In het eerste deel van dit hoofdstuk vinden we de verzoekingen van Jezus.
Gelijk na Zijn doop. Waarom hier? We weten het niet.
Wel kunnen we een aantal principes aanhalen die aan kunnen geven waarom het op dit moment was. Principes die tijdloos zijn.
A. Als Jezus de werken van Satan moest vernietigen (1 Joh. 3: 8) dan moest Christus laten zien dat Hij sterker was dan de Satan. Jezus leerde dit principe in Mattheus 12: 29.
Christus is onze kampioen, in Zijn verzoekingen en Zijn overwinning laat Hij zien dat Hij ons kan bijstaan. Hij heeft overwonnen, Hij is ons voorbeeld.
B. In het overwinnen van de verzoekingen liet Christus zien dat Hij voor de mens de ware en geliefde hogepriester kon zijn (Hebr. 2: 16- 18; 4: 15- 16)
Omdat Hij de kracht van Satan kent, kan Hij als enige meevoelen met onze zwakten. (Hebr. 5: 1- 9)
In Zijn verleidingen was Christus compleet mens. Dat is juist waarom Hij onze ware Hogepriester kan zijn. Dit is de grond van overleven voor de Christen. Christus heeft het gedaan, Hij heeft overwonnen en samen met Hem kunnen we ook overwinnen.
C. Zijn voorbeeld laat ons zien hoe wij kunnen overwinnen. (Jacobus 4: 7) Als wij doen wat Hij deed, zal de Satan van ons vluchtten.
D. Deze voorbeelden geven ons een beeld van de strategien van de Satan (2 Kor. 2: 11)
“Hoe groter onze kennis van onze vijand, hoe groter de kans op overwinning” woorden gesproken door een wijze man.
In zijn verzoeking van de Grote Christus laat Satan zijn tactieken zien. (Efeze 6: 10- 11)
Satan wilde Christus tot zonde verleiden, maar dat lukte hem niet (Jacobus 1: 14- 15)
Situaties die satan gebruikt om ons tot zonde te brengen gebruikt God tot Zijn eigen doel.
Het doel is om ons sterker te maken in Hem en om ons meer afhankelijk te maken van Hem.
Mat 4:1 Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel.
Dit is de eerste keer in het boek van Mattheus dat de duivel bij naam genoemd word.
Satan had al genoeg kapotgemaakt, als we kijken naar de eerste twee hoofdstukken zien we hem aan het werk als Herodus zichzelf door hem laat leiden. Maar dit is de eerste keer dat hij bij naam word genoemd.
Duivel: 1228 di’abolos 1) geneigd tot laster, lasterlijk, vals beschuldigend 1a) een lasteraar, valse beschuldiger 2) metaf. toegepast op iemand van wie, omdat hij de zaak van God tegenstaat, gezegd kan worden dat hij de rol van de duivel vervult, of diens partij kiest |
We zien ook in deze tekst het woord “verzoeken”.
Verzocht: 3985 pei’razo,
1) proberen of iets gedaan kan worden 1a) proberen, pogen 2) uitproberen, beproeven: om zich te vergewissen van de kwaliteit van iets of iemand 2a) in gunstige zin 2b) in ongunstige zin, iemand kwaadaardig uitproberen, zijn gevoelens of beoordelingen onderzoeken 2c) iemands geloof en karakter op de proef stellen, door verleiding tot zonde 2c1) tot zonde verleiden 1c1a) voor de verleidingen van de duivel 2d) naar gebruik in het O.T. 2d1) voor God: iemand met kwaad bezoeken om zijn karakter en de standvastigheid van zijn geloof op de proef te stellen 2d2) van mensen wordt gezegd dat zij God door wantrouwen op de proef stellen alsof zij uit wilden proberen of Hij niet terecht gewantrouwd wordt 2d3) door goddeloos gedrag Gods gerechtigheid en geduld op de proef stellen en Hem uit te dagen, als het ware om het bewijs te leveren van Zijn volmaaktheid |
Hier zien we dan de strijd die Christus aanging. Hij werd verzocht door de duivel.
Mat 4:2 En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde Hem ten laatste.
In de Bijbel worden twee andere mensen genoemd die veertig dagen hebben gevast.
-Mozes: Ex. 34: 28; Deut 9: 9, 18
-Elia: 1 Koningen 19: 8
De grote Chrristus zou verzocht gaan worden.
In Hem zien we de overwinning. In Hem zien we de weg naar de waarheid.
Aan het einde van Zijn 40 dagen en 40 nachten vasten komt de duivel tot Hem.
Satan weet wanneer hij toe moet slaan. (2 Kor. 2: 11; Efeze 6: 10- 12; 1 Petrus 5: 8)
Hij heeft tactieken, hij hij is listig en een moordenaar.
Hij komt als een mooi iemand maar het einde is de dood.
Satan laat ons altijd mooie dingen zien, dingen die allemaal tijdelijk zijn.
En niet alleen tijdelijk, maar ook dodelijk.
Mat 4:3 En de verzoeker, tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.
Hier zien we dan dat Satan de verzoeker genoemd word.
Hij komt aan het einde van veertig dagen en veertig nachten. Dit laat ook zijn tactieken zien. Hij komt op zwakke momenten.
De Satan komt dan tot Hem en verzoekt de Christus door te zeggen: “Als je echt de Christus bent zeg dan maar dat deze stenen brood worden”.
Satan probeerde de Christus te verzoeken in zijn honger. Maar Christus, vol van de Geest, was voorbereid.
Christus, die stenen in brood kon veranderen, (Matt. 14: 15- 21) liet zien dat Hij hierboven stond en zo de wil van de Vader volbracht.
Satan wilde dat Christus zijn honger zou stillen op de manier die hij wilde en dat is altijd de verkeerde manier.
Sommige mensen weten ook wat echt honger is en hebben er zelfs een eerstgeboorterecht voor over. (Gen. 25: 29- 34; Hebr, 12: 16)
Als onze behoeften groot zijn, slaat hij toe. (1 Kor. 7: 5)
In dit alles zien we dat Satan een verkeerde manier aanbood voor de Christus om met Zijn honger om te gaan. Satan geeft de makkelijke weg, God geeft ons de weg van het geloof.
Het einde van de makkelijke weg is zonde en dood, Gods weg leid naar overwinning en naar het Vaderhuis.
Mat 4:4 Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.
Christus liet zien dat Hij boven Zijn eigen wil stond en sprak met woorden van overtuiging en overgave.
De woorden die gesproken worden komen van Deut 8: 3.
In die plaats was het volk van Israel ook hongerig, maar God leerde hen dat het Hemelse brood, Zijn woord, belangrijker was dan het aardse brood.
Vergelijk ook het verhaal van Maria en Martha.
-Lukas 10: 28- 42
Toen Israel hongerde in de woestijn ging het murmureren (Ex. 16: 1- 3) maar de Christus gaf er niet aan toe. Hij bleef getrouw.
Christus maakte niet zijn buik zijn God (Fill. 3: 9) maar Hij wachtte voor God dat Hij zou voorzien in wat Hij nodig had. Christus achtte de woorden van Zijn Vader belangrijker dan zijn nood voor voedsel.
God zou voorzien. (Job. 23: 12)
Jezus leerde zelf (Matt. 7: 7- 9) dat God altijd zou voorzien.
Mat 4:5 Toen nam Hem de duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels;
Satan kon de Christus niet verzoeken door Hem aan te spreken en Hem te verzoeken door het aardse brood, dus ging hij over naar een tweede tactiek.
Samen stonden ze op de rand van het dak. (NBG vertaling)
Mat 4:6 En zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.
Christus had Satan verteld dat Hij bij alle woorden van Zijn Vader hoorde te leven, nu gaat Satan woorden gebruiken van God om de Christus te verzoeken.
Het lijkt wel dat Satan wil zeggen, als je echt bij de woorden van God alleen wil leven, dan kan je gerust springen want de engelen zijn daar zodat er niks met je zal gebeuren. Satan gebruikte de woorden van God zelf.
In deze plaats die Satan aanhaald, Psalm 91: 11, 12, zien we deze woorden geschreven. Woorden die spreken van God's hulp aan hen die voor Hem leven. Woorden die spreken over het zenden van Engelen aan hen die in nood zijn. (Hebr. 1: 14)
Maar Christus wist dat dit woorden waren van God die gegeven waren aan hen die in gevaar kwamen, niet die hunzelf in gevaar brachten.
Mat 4:7 Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken.
En Christus zegt opnieuw: Er staat geschreven.
Christus laat zien dat de Satan probeert het woord tegen zichzelf te gebruiken en dat is niet het gedachtengoed van Christus.
Zo zijn er in onze dagen ook mensen die schermen met het woord van God, maar als het buiten de bedoeling gebruikt word zoals het bedoeld werd word het zeer schadelijk.
Er zijn veel mensen die de woorden van God op een verkeerde manier gebruiken en zo worden ze een stuk gereedschap in de handen van de duivel.
-Handl. 20: 28- 30
-2 Petrus 3: 16- 18
God zou altijd uitkijken voor Zijn kinderen, Zijn engelen zijn Zijn dienstknechten (Hebr. 1: 14) en helpen hen die voor Hem leven en die het heil beerven.
We zien dan hier het grote verschil tussen een ongeluk en een zelfgekozen val.
Jezus laat dan ook zien aan Satan dat hij deze schriftwoorden verkeerd gebruikt, door met andere woorden van God de ware betekenis van deze woorden te geven.
Mat 4:8 Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid;
Christus had overwonnen, maar Satan gaf niet op. Een derde verzoeking!!!
Satan nam Christus mee naar een zeer hoge berg vanwaar alle koninkrijken der wereld gezien konden worden en de heerlijkheid daarvan.
Mat 4:9 En zeide tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij, nedervallende, mij zult aanbidden.
Nu doet Satan een direct verzoek aan de Christus.
Aanbid mij en al deze koninkrijken zijn voor jou!!
Mat 4:10 Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.
Maar de Christus gaf niet in op dit verzoek. De Vader was te belangrijk voor Hem. Er was er maar één belangrijk voor de Christus en dat was Zijn eigen geliefde Vader.
Weer vinden we dat Christus woorden gebruikte uit het oude verbond (Deut. 6: 13) die laten zien dat alleen God waard is om aanbeden en gediend te worden.
Vergelijk:
-Matt. 16: 21- 26
-Matt. 27: 41- 43
Mat 4:11 Toen liet de duivel van Hem af; en ziet, de engelen zijn toegekomen, en dienden Hem.
Hier zien we dan gebeuren met was Satan Christus probeerde te verleiden.
De engelen kwamen en dienden Hem. (Psalm 91)
Hier word bewaarheid wat de duivel in zijn leugen aan Christus wilde voorstellen.
God is goed. God stuurt en God leid, God is getrouw aan Zijn woorden, trouw aan hen die trouw aan Hem zijn.
Maar, wat lezen we in Lukas 4: 13: “Hij week van Hem voor een tijd”, dit laat ons zien dat de duivel Christus niet voor altijd verliet.
Hij zou terugkomen. En zo ook in de levens van hen die Christen zijn. Hij verleid en hij probeert ons te laten vallen en hij komt altijd terug.
Laten we wakker blijven!!!!
-1 Tim. 3: 2; 1 Tim. 3: 11
-2 Tim. 4: 5
Mat 4:12 Als nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij wedergekeerd naar Galilea;
Johannes de Doper werd gevangengenomen. (14: 3- 12)
Galilea: |
Jezus werd geboren in Bethlehem, (2: 1) dat is in de provincie Judea, met Zijn ouders is hij vandaar gegaan naar Galilea (2: 22)
In hoofdstuk 3: 13 lezen we dat Christus weer terugkomt naar Judea om gedoopt te worden.
Nu zien we dat hij weer terugkeert naar Galilea.
Mat 4:13 En Nazareth verlaten hebbende, is komen wonen te Kapernaum, gelegen aan de zee, in de landpale van Zebulon en Nafthali;
De eerste keer dat Jezus stopte was in Nazareth.
Wat er in Nazareth gebeurde lezen we in Lukas 4: 16- 30.
Jezus ging daar de synagoge binnen en leerde de mensen.
Daarna ging de Christus naar Kapernaum. Dat is gelegen aan de zee.
In hoofdstuk 9: 1 word het zelfs “Zijn stad” genoemd.
Deze stad was gelegen aan het meer van Galilea.
Mat 4:14 Opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende:
Mat 4:15 Het land Zebulon en het land Nafthali aan den weg der zee over de Jordaan, Galilea der volken;
Mat 4:16 Het volk, dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en degenen, die zaten in het land en de schaduwe des doods, denzelven is een licht opgegaan.
Dit is de zevende keer in het boek van Mattheus dat een gebeurtenis in het leven van Christus gerelateerd word aan het vervullen van profetie. (Matt. 5: 17, 18)
Vergelijk ook:
-Handl. 3: 18
-Handl. 13: 32
-Efeze 4: 7- 10
Deze profetie werd gegeven door Jesaja. (Jes. 9: 1- 2)
Het is interessant dat er geschreven staat “Galilea der volken”, vele commentaren vertellen ons dat in deze tijd veel mensen uit andere landen in dit gebied woonde.
Zoals mensen uit Syrie en Egypte.
Het woord voor volken dat hier gebruikt word komt van het woord “ethnos” dit woord word vaak vertaald met heidenen.
Christus is gekomen aan hen die in duisternis zitten, (Joh. 1: 4, 5) Christus wil dat we op de weg des vredes terechtkomen. (Lukas 1: 79)
Duisternis en licht waren principes waar Christus veel over sprak:
-Joh. 3: 19; 8: 12; 12: 34- 50
Eerst zien we dat Johannes het komende koninkrijk der hemelen komt prediken, (3: 1- 2) nu zien we dat Christus dit ook doet.
Mat 4:17 Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Hier zien we dat de Christus dezelfde woorden laat horen dat Johannes eeder deed.
Johannes was de bereider van het grote werk van Christus.
Het leven van Jezus neemt nu een andere wending. “van toen aan” laat zien dat Hij zich nu ging wenden aan een nieuwe fase van Zijn bediening.
Vergelijk ook:
-Matt. 16: 21
-Matt. 26: 16
Tussen 4: 17 en 16: 21 zien we twee gedeelten:
A. Van 4: 17 – 11: 1 zien we dat Jezus Zijn bediening en het koninkrijk aankondigt, maakt de termen van het koninkrijk bekend, roept Zijn discipelen en zend hen uit om te prediken.
B. Van 11: 2 tot 16: 20 zien we de gelijkenissen, laat ons de verschillende reacties zien aangaande Christus en Zijn werk.
Dit gedeelte laat ook zien hoe de scheiding tussen de mensen en Christus toeneemt, dit ondanks de krachtige woorden en daden van Christus.
Een belangrijk element van de lering van dit komende koninkrijk was bekering.
Het woord bekering komt van het Griekse woord:
Bekering: 3340 metano’eo, ww 1) tot andere gedachten komen, d.w.z. berouw hebben 2) beter inzicht verkrijgen, zich van harte verbeteren met afschuw over vorige zonden |
Mat 4:18 En Jezus, wandelende aan de zee van Galilea, zag twee broeders, namelijk Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder, het net in de zee werpende (want zij waren vissers);
Deze bediening begon in Galilea.
-Vergelijk Handl. 10: 37
In het Oude Testament werd de zee van Galilea de zee van Cinnereth genoemd. Dit staat gelijk aan het Griekse woord “Gennesareth”. Dit was een andere benaming voor deze zee.
-Vergelijk: -Deut. 3: 17
-Lukas 5: 1
De Romeinen noemden het de zee van Tiberias.
-Joh. 6: 1; 21: 1
Simon, Petrus, was de eerste apostel die Jezus tot Hem riep.
-Vergelijk hier ook Joh. 1: 35- 42
Mat 4:19 En Hij zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken.
Deze mensen werden vissers van mensen gemaakt. Deze mensen waren vissers, maar zouden andere vissen gaan vangen.
-Matt. 13: 47- 50
Mat 4:20 Zij dan, terstond de netten verlatende, zijn Hem nagevolgd.
Dit zijn mooie woorden. Woorden die spreken van de geest van het Christendom.
-Lukas 9: 57- 62
Mat 4:21 En Hij, van daar voortgegaan zijnde, zag twee andere broeders, namelijk Jakobus, den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder, in het schip met hun vader Zebedeus, hun netten vermakende, en heeft hen geroepen.
Hier de twee volgende apostelen. Jakobus en Zebedeus.
-Vergelijk ook Lukas 5: 10
Een mooi woord in deze tekst is het woord “vermakende”.
2675 katar’tizo, ww 1) geschikt, gezond, volledig maken 1a) repareren (wat gebroken of gescheurd is), herstellen 1a1) vervolledigen 1b) inrichten, uitrusten, toerusten 1b1) voor zichzelf gereed maken 1c) ethisch: sterken, volmaken, iemand maken tot wat hij hoort te zijn |
Deze discipelen waren mensen die vissers werden en die mensen zouden gaan vermaken. Beide roepingen laten het beeld van het Christendom zien.
Mat 4:22 Zij dan, terstond verlatende het schip en hun vader, zijn Hem nagevolgd.
Ook hun wisten wat verlaten was.
Een mooi principe dat volgt op het komende koninkrijk in welke bekering centraal stond.
Voor al deze vier mensen stonden bijzondere woorden centraal. De woorden van Matt. 10: 37
Mat 10:37 Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig. |
De Apostelen van Jezus waren vaak geen mensen van aanzien.
Nee, het waren mensen van allerlei lagen van de bevolking. Maar de meeste nog wel van de “rand van de maatschappij”.
-1 Kor. 1: 26, 27
Mat 4:23 En Jezus omging geheel Galilea, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk.
Het werk van Christus was een werk van prediking en lering.
Hierdoor werd Zijn bediening uniek.
Ook zou het werk van Christus samengaan met genezingen.
-Jesaja 35: 5, 6
-Handl. 2: 22
-Hebr. 2: 3- 4
Mat 4:24 En Zijn gerucht ging van daar uit in geheel Syrie; en zij brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren, met verscheidene ziekten en pijnen bevangen zijnde, en van den duivel bezeten, en maanzieken en geraakten; en Hij genas dezelve.
Vanuit alle plaatsen kwamen ze naar Jezus om beter te worden.
Alles was onder de kracht van Christus.
Mat 4:25 En vele scharen volgden Hem na, van Galilea en van Dekapolis, en van Jeruzalem, en van Judea, en van over de Jordaan.
Naar alle plaatsen en verder ging het werk van Christus uit.